Assertief communiceren in 3 stappen

Als je onvrede over iets hebt op je werk, zeggen we vaak maar niets. We spreken ons niet uit tegen de persoon waar we ons eigenlijk tegen zouden moeten uitspreken. We houden onze mond. Want er verandert toch niets. Het heeft toch geen zin om iets te zeggen, want er is altijd wel een weerwoord. Dan krijg je weer van die discussies die op niets uitlopen. Dus zeg je maar niets. Het voordeel is dat je dan tenminste niet wordt teleurgesteld en ook niet wordt afgewezen. Tenslotte willen we als mens onbewust pijn vermijden…

Klagen in plaats van communiceren

Maar omdat je er nog steeds mee zit ga je hierover klagen tegen anderen. Tegen een (andere) collega of tegen je partner of een vriendin. Tenslotte is het niet opgelost en moet je het wel kwijt. In je hoofd ben je hier namelijk steeds mee bezig. Dit komt omdat je niet communiceert richting de juiste persoon wat je wilt. Dit kan vervolgens ten koste gaan van de (werk)relatie tussen jou en de betreffende persoon. 

Daarom is weten hoe je assertief kunt communiceren zo belangrijk. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de ander. Tenslotte wil je het toch leuk hebben/houden op je werk. 

De voorwaarden om assertief te communiceren

Om assertief te kunnen communiceren dien je eerst te weten wat assertief zijn inhoudt. Assertiviteit gaat altijd over de relatie tussen mij en de ander. Want alleen in je eentje even assertief gaan zitten doen, kan natuurlijk niet. Daar is altijd een andere persoon en dus een relatie met een andere persoon voor nodig. 

Assertief zijn betekent dat je het belang van de ander net zo belangrijk vindt als je eigen belang. Dit is de kern waar assertiviteit om gaat. Zolang jij het belang van de ander voorop stelt, zal je nooit assertief kunnen communiceren. Dan zal je jezelf namelijk altijd ondergeschikt maken en is er dus geen communicatie op basis van gelijkwaardigheid. Ditzelfde geldt echter voor als je het belang van jezelf voorop stelt, want ook dan is er geen sprake van een gelijkwaardige relatie van geven en ontvangen.

Daarom is het goed om hier eerst bij stil te staan. Waarom vind ik het belang van de ander belangrijker dan mijn eigen belang? Is het waar dat het belang van de ander boven dat van mijn eigen belang moet komen te staan? Of in het geval dat je je eigen belang voorop stelt. Is het waar dat het belang van mijzelf boven het belang van de ander moet komen te staan? Wat heb je nodig om je als persoon gelijkwaardig te kunnen voelen met anderen.

Als je hier goed naar hebt gekeken en je wilt op basis van gelijkwaardigheid gaan communiceren, dan volgen hier de 3 stappen om assertief te kunnen communiceren. 

Stap 1: Goede voorbereiding

Een goede voorbereiding is het allerbelangrijkste en gaat je uiteindelijk veel opleveren. Het is namelijk nodig om eerst te kijken naar wat je van de ander wilt. Ben hier open en eerlijk over in eerste instantie naar jezelf toe. Als je weet wat je echt wilt, stel dan de vraag waarom heb ik dit nodig. Waarom is dit zo belangrijk voor mij. 

Verplaats je in de ander

Vervolgens verplaats je je in de ander. Als je krijgt wat je wilt, wat betekent dit dan voor de ander? Dus leef je in, in de ander. Tenslotte wil je als uitkomst een win-win situatie. Met andere woorden wat goed is voor jou én wat goed is voor de ander. Maar let op want het inleven in een ander is iets heel anders dan het invullen voor een ander. Inleven wil zeggen dat je je verplaatst in de ander en dus in dit geval hoe het voor de ander zou zijn als jij krijgt wat je wilt. 

Een voorbeeld

Stel je ziet dat een nieuwe collega met dezelfde functie als jij, maar korter in dienst, in een hogere salarisschaal is gezet. En stel dat je door goed te kijken naar wat JIJ wilt van mening bent dat jij (los van deze collega) meer salaris verdient voor het werk wat je doet. Dan is dát wat je wilt; een goede beloning conform je werkzaamheden. 

Door je vervolgens in te leven in je leidinggevende kom je er achter dat het voor hem/haar belangrijk is te weten waarom jij meer salaris verdient. Tenslotte moet wat jij wilt ook voor de ander (en in dit geval dus je leidinggevende) iets opleveren. Dit is een hele belangrijke! 

Daarom is het dus nodig om dit goed te onderbouwen. Zet kort en krachtig voor jezelf op papier waarom je van mening bent dat X salaris hoort bij het werk wat je doet. Zoals bijvoorbeeld je takenpakket die het laatste jaar is toegenomen (geef hier ook concrete voorbeelden van) en/of extra projecten die je erbij hebt genomen. Zorg ervoor dat je dus goed onderbouwt wat het de werkgever heeft opgeleverd. 

Dit komt heel anders over dan dat je zou vragen waarom collega X hoger ingeschaald is dan jij. Wat je namelijk bedoelt of wil zeggen/vragen is waarom jijzelf niet hoger bent ingeschaald. Het is dus belangrijk dat je inziet dat het niets met deze collega te maken heeft. Anders gaat het namelijk niet meer over jou (en wat jij wilt), maar gaat het over die collega. Dus koppel het altijd los van een derde. 

Eventuele tussenstap

Nu je dus weet wat je wilt en dit ook goed kunt onderbouwen, ga je naar de volgende stap. Een tussenstap is dat je dit gesprek eerst even ‘droog’ oefent. Dit kun je uiteraard alleen doen of als je het prettig vindt om dit met iemand samen te doen, kun je dit oefenen met bijvoorbeeld je partner of een goede vriendin. 

Stap 2: Plan een gesprek

Je weet nu wat je als uitkomst wilt en je kunt dit ook goed onderbouwen (rekening houdend met het belang van jou én de ander). Dan is nu het moment om een gesprek aan te vragen met de betreffende persoon. Waak ervoor dat het gesprek even tussendoor moet en dus vraag wanneer hij/zij de tijd hiervoor heeft. Plan dus altijd een gesprek hiervoor in en zorg dat hiervoor ook voldoende tijd wordt gereserveerd. 

Assertief communiceren betekent ook dat je er iets van zegt als jullie tijdens het gesprek steeds worden gestoord. Geef dan aan dat als het nu niet gelegen komt, je graag een nieuwe afspraak wilt inplannen. Maar zorg ervoor dat je serieus genomen wordt door de persoon waar je het gesprek mee voert. 

Stap 3: Het gesprek

Let allereerst op je houding! Zorg ervoor dat je goed rechtop gaat zitten en je billen op de stoel voelt en je voeten stevig op de grond. Blijf de persoon waar je het gesprek mee gaat voeren vervolgens aankijken. Spreek op een rustige toon, maar met een goed hoorbaar stemvolume (niet te hard, maar zeker ook niet te zacht). 

Houd het kort en krachtig. Spreek uit wat je wilt met daarbij een korte onderbouwing en eventueel een paar voorbeelden. Tenslotte heb je dit goed voorbereid en houd het daarbij. Ga dus niet uitweiden of nieuwe dingen erbij halen. 

Wees vervolgens stil en richt je aandacht volledig op de ander. Je hebt gezegd wat je wilde zeggen en laat de uitkomst van het gesprek nu verder los. Ben bereid om naar de ander te luisteren en tot een oplossing te komen tot een wederzijds tevredenheid. Sta dus open voor een (tijdelijke) compromis. Eventueel kun je voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld drie maanden) deze tijdelijke afspraak maken en voorstellen om daarna te evalueren. Spreek in dit geval wel gelijk een datum af voor een vervolggesprek. 

Zorg ervoor dat de gemaakte afspraken schriftelijk worden bevestigd. Desnoods stuur je zelf even een mail met daarin de gemaakte afspraken en vraag je of je dit zo goed hebt begrepen. 

Nog even dit…

Vat tijdens het gesprek regelmatig samen wat je hoort en check of je het goed hebt begrepen. Denk eraan om je op de inhoud van het gesprek te (blijven) richten en het niet persoonlijk te maken. Houd steeds je doel voor ogen en dat is om er samen aan uit te komen. Wat dus goed is voor jou én wat goed is voor de ander. 

Dat is assertief communiceren. 

Wat levert assertief communiceren je uiteindelijk op?

  • Je komt op voor jezelf én je belangen.
  • Je behoudt een goede relatie met jezelf én een goede relatie met de ander.
  • Je neemt de regie en hebt daardoor (deels) invloed op de situatie.

Weet dat je iets vaker moet doen, voordat het ‘goed’ voelt. Natuurlijk zal het in het begin niet gemakkelijk zijn om op deze manier te communiceren. Maar kijk steeds terug op wat ging er goed en wat heb je ervan geleerd voor een volgende keer. Ook hier geldt oefenen, oefenen en nog eens oefenen.