Hoe je kunt omgaan met omstandigheden op je werk waar je geen invloed op hebt
Of het nu gaat om collega’s die altijd te laat zijn of besluiten die van hogerhand genomen worden. We hebben allemaal op ons werk te maken met omstandigheden waar we geen invloed op hebben.
Er is een gezegde ‘change what you can’t accept en accept what you can’t change’. Dat klinkt allemaal heel mooi, maar hoe doe je dat nu iets accepteren wat je niet kunt veranderen. Als we dit namelijk zouden kunnen, hadden we dit al lang gedaan.
Vooral managementondersteuners voelen zich vaak zeer betrokken in hun werk. Daardoor hebben ze moeite met het accepteren van omstandigheden waar ze geen invloed op hebben. Betrokkenheid is namelijk een persoonlijke waarde maar kan ook een kernwaarde zijn en komt daardoor van binnenuit. We hebben hier dan ook een gevoel bij en voelen daarom ook mee en kunnen ons goed inleven in anderen. We hebben ook hart voor de zaak. Als we dan bijvoorbeeld zien dat er bepaalde dingen gebeuren die ten koste gaan van de klanten/cliënten of de kwaliteit van ons werk en we hebben hier geen invloed op, dan kunnen we dit moeilijk accepteren.
Betrokkenheid is dus een mooie eigenschap, maar het kan dus juist door deze eigenschap zijn dat we extra moeite hebben met het omgaan met omstandigheden op het werk waar we geen invloed op hebben.
Maar tóch is er een manier waardoor we kunnen omgaan met omstandigheden op ons werk waar we geen invloed op hebben.
Focus op wat wél mogelijk is
Kijk eens naar wat er wel kan en dus op welk deel van de omstandigheid we wél invloed hebben. Op welk deel of welke delen van het probleem/situatie/omstandigheid hebben we wél invloed. Wat de omstandigheden namelijk ook zijn er is bijna altijd wel iets waar we wel degelijk invloed op hebben. Laat ik een voorbeeld geven. Stel dat er ontslag voor je dreigt. Of we uiteindelijk wel of geen ontslag krijgen, daar hebben we geen invloed op. Maar waar we wel invloed op hebben is ons werk goed te blijven uitvoeren en dus goede kwaliteit van werk te blijven leveren. De kans is dan altijd iets groter dat we kunnen blijven, dan als we er met de pet naar gaan gooien. Maar ook door een gesprek met onze leidinggevende aan te vragen en aan te geven dat we bereid zijn om cursussen of een opleiding te volgen en/of dat we openstaan voor een eventuele andere functie. Maar ook kunnen we ondertussen rondkijken naar een andere baan.
Proactief handelen
Ondanks dat we dus in principe geen invloed hebben op een eventueel ontslag, blijkt dus dat we deels tóch invloed kunnen uitoefenen. Door ons te richten op datgene of die delen waar we wel invloed op hebben, kiezen we voor proactief handelen in plaats van reactief handelen. Daardoor voelen we ons ook gelijk geen slachtoffer meer, want we nemen de regie en de verantwoordelijkheid voor dat waar we wél invloed op hebben.
Het gesprek aangaan
Maar wat als het gaat om het GEDRAG van bijvoorbeeld een collega. Stel dat een collega iedere ochtend te laat op het werk komt. Of deze collega nu wel of niet op tijd op het werk verschijnt, daar hebben we geen invloed op. Wat we echter wél kunnen doen is een gesprek hierover aangaan. Tenminste als we hier last van hebben. Dan kunnen we eerst aangeven wat de feiten zijn, namelijk dat we hebben gemerkt dat hij/zij regelmatig ’s ochtends te laat komt. Vervolgens kunnen we aangeven dat we hier last van hebben en vragen hoe we hier in het vervolg mee om kunnen gaan.
Door namelijk in gesprek te gaan nemen we weer de regie en handelen we proactief. Als we dan ook echt luisteren naar deze collega, kan het zomaar zijn dat we te horen krijgen wat de reden is van het steeds te laat komen. Dan kunnen we in gesprek gaan over mogelijke oplossingen zoals bijvoorbeeld andere werktijden. Als we hier dan samen aan uitkomen kan dit worden voorgelegd aan onze leidinggevende. Dus door ons uit te spreken en het gesprek aan te gaan, hebben we wél invloed op het gedrag van anderen.
Maar wat als het gaat om iets definitiefs zoals een besluit dat al door hogerhand is genomen. Wat als er van hogerhand definitieve besluiten genomen zijn die gevolgen hebben voor ons en/of onze functie. Ook dan kunnen we altijd een gesprek aangaan met de betreffende personen. In dit geval dus met de directie of het bestuur. Dan kunnen we aangeven dat we het jammer vinden dat deze besluiten van hogerhand genomen zijn, zonder hierbij betrokken te zijn geweest. Dat we ook ideeën hierover hebben en dat we het jammer vinden dat hier niet naar is gevraagd en deze in de besluitvorming dus niet konden worden meegenomen. Dan moeten we er natuurlijk wel voor zorgen dat we deze ideeën ook hebben, als hiernaar wordt gevraagd.
Dat wil niet zeggen dat er daadwerkelijk iets mee zal worden gedaan, maar we hebben in ieder geval onze mening hierover gegeven. We hebben namelijk altijd invloed op wat we zeggen en tegen wie. Dus ook in dit geval nemen we de regie en handelen proactief door ons in ieder geval uit te spreken.
Want denk maar eens aan de gevolgen als we dit niet doen. Stel dat we reactief handelen en denken het besluit is toch al genomen en dus heb ik toch geen invloed meer. Wat als we ons dus niet uitspreken tegen de juiste personen. De kans is groot dat we dan onze onvrede gaan uitspreken tegen de verkeerde personen. Als ons namelijk iets hoog zit, willen we het toch kwijt. Dus kunnen we ons beter uitspreken richting de juiste personen ook al is dit bijvoorbeeld de top van de organisatie.
Loslaten door mini stapjes
Als we er dan alles aan hebben gedaan waar we invloed op hebben, hoe kunnen we dan waar we geen invloed op hebben loslaten?
Door steeds te kijken hoe we iets al 1% kunnen loslaten. Door te kijken naar wat we nodig hebben om dit al een heel klein beetje los te kunnen laten. Een mini stapje. Waar we onze aandacht op richten groeit. Dus als we ons richten op hoe we iets al een heel klein beetje kunnen loslaten, zal dit ons steeds makkelijker afgaan.
Tenslotte nog even het volgende. Het is niet wat we willen horen, maar vaak kunnen we juist leren van omstandigheden die niet goed gaan. Denk maar eens aan eerdere ervaringen in je leven die je niet als bepaald prettig hebt ervaren. Waarschijnlijk heb je hier wel veel van geleerd. Daardoor weten we ook vaak wat we niet (meer) willen.